Grapevine : quand une vigne commence-t-elle à tirer et comment en prendre soin

Dans cet article informatif, vous apprendrez ce dont une vigne a besoin, ce qui se passe au début du printemps lorsque les bourgeons et les pousses commencent à pousser, ainsi que comment reconnaître et prévenir les maladies et les nuisibles avec le temps. Vous recevrez des conseils pratiques pour la taille, l’arrosage, la nutrition, la protection contre le froid et le vent, ainsi que pour construire un vignoble sain avec des conseils étape par étape.

Wanneer begint een druivelaar te schieten?

De eerste scheuten ontstaan doorgaans wanneer de bodemtemperatuur meerdere dagen achter elkaar rond 10°C of hoger ligt. Dit fenomeen heet bud break en markeert het begin van de actieve groei. De exacte timing hangt af van de cultivar, het microklimaat en de vorstgevoeligheid. Voorzichtig snoeien vóór het schieten is verstandig om schade door nachtvorst te beperken; zodra de knoppen schieten, kun je de wijnstok begeleiden langs een rooster of draden. De groeistadia worden vaak beschreven met de BBCH-schaal, waarbij rond BBCH 09-10 groene scheuten verschijnen en later blad- en takkenontwikkeling volgt. Houd rekening met nachtvorstkansen in het voorjaar en bescherm jonge scheuten met fleece bij strenge nachtvorsten.

Ziekten en plagen: oorzaken, kenmerken en signalen

De druivelaar is vatbaar voor diverse ziekten en plagen die floreren bij vochtige en warme omstandigheden en beperkte ventilatie. Poederachtige meeldauw (Erysiphe necator) toont zich als een wit poederlaagje op bladeren en scheuten en kan de fotosynthese verminderen. Downy mildew (Plasmopara viticola) veroorzaakt gele vlekken aan de onderzijde van bladeren en verkleuring met vochtige schilfers, wat schade aan de plant kan veroorzaken. Botrytis cinerea (grauwe schimmel) gedraagt zich bij hoge luchtvochtigheid nabij rijping en kan trossen aantasten. Virusziekten zoals vine leafroll virus leiden tot gekromde, geelachtige of rode bladeren en verminderde opbrengst; vectoren zoals bladluizen dragen ze over. Preventie draait om saneren, voldoende ruimte en ventilatie, tijdig snoeien en gericht gebruik van beschermingsmiddelen volgens lokale regelgeving. Oorzaken zijn vaak een combinatie van weersomstandigheden, plantengeslacht en verlaagde plantgezondheid.

Schimmels en meeldauw

  • Herkenning: wit poederachtig residu op bladeren of scheuten
  • Preventie: voldoende luchtcirculatie, snoei en zonlicht
  • Behandeling: gerichte fungiciden volgens advies en rotatie

Downey mildew en botrytis

  • Downey mildew: gele vlekken en onderkant van bladeren
  • Botrytis: grijs schimmel op rijpende trossen bij hoge vochtigheid
  • Preventie: drainage, ventilatie en sanering

Preventie en verzorging: praktische tips

  • Snoeien en vormen: Snoei in de winter om de hoofdstam en zijtakken te vormen; laat meestal 2-4 knoppen per zijtak over; verwijder dood hout en kruisende takken zodat de lucht goed kan circuleren.
  • Trellissing en luchtcirculatie: Bevestig wijnstokken langs een stevig rooster met voldoende ruimte tussen de ranks voor een betere ademruimte en zoninstraling.
  • Water en voeding: Gebruik druppelbevloeiing of bodembewatering; voorkom wateroverlast. Laat bodem controleren op pH 5,5-6,5; geef uitgebalanceerde voeding met stikstof in voorjaarsperiode, kalium en fosfor, plus micro-nutriënten indien nodig.
  • Bodem en mulch: Houd de bodem gezond met organische mulch, voorkom onkruid en zorg voor goede drainage.
  • Bescherming tegen vorst: Bescherm jonge knoppen bij kans op nachtvorst met fleece of tijdelijke afdekking; overwinter op de juiste manier.

Onderhoud en monitoring: hoe te handelen

Let op tekenen van stress en plagen: vergeling, bladrol of krul, aantasting op scheuten en trossen. Monitor regelmatig, vooral tijdens en na de bud break, en pas de bestrijding aan op basis van weersomstandigheden en landelijke adviezen. Een goede praktijk is om vóór de bladontplooiing te beginnen met preventieve maatregelen en de keuze van fungiciden te rotieren om resistentie te voorkomen.

Praktische stappenlijst voor de beginnende wijnboer

  1. Check de wisselende bodemtemperatuur en de vooruitzichten; als de temperatuur meerdere dagen boven de 10°C blijft, begin met observeren van knoppen.
  2. Snoei in de winter voorzichtig om 2-4 knoppen per zijtak over te laten; verwijder hinderlijk hout.
  3. Bevestig langs een trellis en trainingsplan zodat de lucht en zon de trossen bereiken.
  4. Installeer druppelirrigatie en controleer de drainage; pas de voeding aan op basis van bodemonderzoek.
  5. Observeer voor ziekten; behandel volgens de lokale voorschriften en rotate fungicides.

Veelvoorkomende fouten en hoe ze te vermijden

  • Te vroeg of te laat snoeien kan leiden tot minder oogst of vorstschade; plan je snoei volgens de cultivar en klimaatomstandigheden.
  • Overbewatering of slechte drainage veroorzaakt wortelrot en verzwakte groei; gebruik drainage en mulch.
  • Slecht geventileerde gewassen leiden tot meeldauw en botrytis; zorg voor voldoende ruimte en zon.
  • Onvoldoende monitoring van bud break kan tot late reactie leiden; houd een logboek bij.

Met de juiste zorg kun je met plezier genieten van een gezonde druivelaar en een rijke oogst. Besteed aandacht aan klimaat, bodem, plantgezondheid en tijdige beschaming bij dreigende vorst, zodat je elk jaar weer kunt oogsten.