Choisissez un pommier

Choisissez un pommier, choisissez les types de pommiers - plantez des pommiers à faible tige, à moitié standard ou standard

Droom je van een appelboom in je tuin, die in de lente prachtig bloeit en in de herfst rijkelijk appels schenkt? Een eigen boom zorgt niet alleen voor heerlijke vruchten, maar ook voor sfeer en leven in je tuin. Maar voor je er eentje plant, is het goed om even stil te staan bij een paar keuzes. Welke appel past bij jouw smaak, hoe groot mag de boom worden, en wil je appels die je meteen opeet of die je nog maanden kan bewaren?


Waarop letten bij de keuze van een appelboom?

Bij het kiezen van een appelboom hou je best rekening met een paar belangrijke factoren. Eerst en vooral: welke appel eet je het liefst? Daarnaast speelt ook de grootte van de boom een rol. Verder zijn het oogstmoment en de bestuiving zeker niet te verwaarlozen. Vroegrijpe rassen zijn minder lang houdbaar, terwijl kruisbestuivende soorten enkel goed vrucht dragen in de buurt van andere appelbomen die rond dezelfde periode bloeien. Wat het ras betreft, kan je kiezen tussen eetappels en moesappels, met smaken die variëren van friszoet tot lichtzuur. Ook de bewaartijd is belangrijk: bewaarappels rijpen meestal in september of oktober en kunnen daarna nog enkele maanden worden opgeslagen.

Hoogte en groeiwijze van de boom

De groeiwijze, of habitus, van een appelboom kan sterk variëren. Net zoals bij veel andere fruitsoorten bestaan er laagstam-, halfstam- en hoogstambomen. Afhankelijk van het type kan de hoogte uiteenlopen van 2 tot wel 8 meter.

Hoogstammen dragen gemiddeld pas na acht jaar hun eerste vruchten, maar leveren vanaf dan al snel zo’n 100 kilo appels per jaar. Omdat de oogst zo groot is, kiest men hier meestal voor bewaarappels. Halfstammen worden maximaal 4 meter hoog en geven al na vier jaar vruchten, met ongeveer de helft van de opbrengst van een hoogstamboom.

Laagstammen blijven beperkt tot ongeveer 2 meter en passen daardoor prima in kleinere tuinen. Door hun kleine wortelgestel vragen ze wel een vruchtbare, vochtige bodem om goed te produceren. Ze leveren na drie jaar hun eerste oogst: 5 tot 20 kilo appels per jaar. Hun levensduur is korter, gemiddeld 20 jaar, tegenover 100 jaar voor hoogstammen, maar daar staat eenvoudiger onderhoud tegenover. Dankzij hun compacte groei zijn snoeien en oogsten veel makkelijker.

Zelfbestuivers en kruisbestuivers

Tegenwoordig zijn er veel zelfbestuivende appelrassen verkrijgbaar. Toch behoren heel wat oude en kwalitatieve variëteiten nog steeds tot de kruisbestuivers. In dat geval heb je meerdere bomen nodig, waarbij bijen en hommels het stuifmeel van boom tot boom overbrengen. Ook sierappels kunnen hiervoor perfect dienstdoen.

Oude rassen versus nieuwe commerciële rassen

Oude appelrassen hebben bovendien een streepje voor: ze zijn vaak minder vatbaar voor ziekten zoals schurft, meeldauw en vruchtboomkanker. Recente commerciële rassen zijn doorgaans gevoeliger en daardoor minder geschikt voor beginnende tuiniers. Vraag daarom altijd raad bij een betrouwbare kweker.

Een boom in goede conditie is minder kwetsbaar voor ziekten en schimmels. Zorg dus voor de juiste bemesting en een jaarlijkse snoeibeurt. Door regelmatig te snoeien blijft de kroon open en luchtig, waardoor schimmels veel minder kans krijgen om zich te ontwikkelen.