Cochenilles farineuses et pucerons sur le citronnier : reconnaître, traiter et prévenir
Wat zijn wolluis en luizen op de citroenboom?
Wolluis en luizen zijn kleine ongewervelde insecten die zich voeden met sappen uit de bladeren, stengels en scheuten van citroenbomen. Wolluis, ook wel mealybugs genoemd, heeft een wollige, poederachtige afscheiding en kan met name op jonge scheuten en onderzijde van bladeren voorkomen. Luizen zijn kleiner, komen in groepen voor en kunnen tekenen van verkleuring en scheuring veroorzaken. Beide plaagdieren scheiden honingdauw uit, een stroperige stof die leidt tot schimmelvorming zoals roetdauw. In de praktijk wordt dit plaagprobleem vaak aangeduid als wolluis citroenboom.
Hoe herken je signalen en schade?
Inspectie van jonge scheuten en bladonderkanten is essentieel. Tekenen zijn onder meer plakkerig residu, glanzende bladeren, misvorming van jonge groei en verkleuring. Wolluis heeft vaak een wollige of katoenachtige textuur op takken en bladnaden; luizen verschijnen als kleine koloniën langs nerven en bladstelen. Vaak kun je ook mieren op citroenboom waarnemen, omdat mieren honingdauw gebruiken als voedselbron. De aanwezigheid van honingdauw kan leiden tot roetdauw, waardoor het bladoppervlak donker en glibberig wordt en de fotosynthese afneemt.
Oorzaken en de rol van mieren op citroenboom
Oorzaken van een plaag zijn droogte en warmte, plantstress, eenzijdige bemesting en beperkte aanwezigheid van natuurlijke vijanden. Mieren op citroenboom spelen een belangrijke rol: ze beschermen luizen en wolluis tegen roofinsecten en dragen bij aan de expansie van populaties door honingdauw naar nestjes te voeren. Het klimaat en het onderhoud van de boom bepalen mee of plagen zich ontwikkelen.
Behandelings- en preventiestrategieën
De beste aanpak is IPM integreren: inspecteer regelmatig, houd de omgeving schoon en verwijder besmette delen. Hieronder vind je verschillende stappen;
- Fysieke verwijdering: Gebruik een doek, waterstraal of een zachte borstel om kolonies los te maken en te verwijderen. Dit is vaak de eerste stap bij lichtere besmettingen.
- Alcoholische behandeling: Breng met een wattenschijfje of watje 70% isopropylalcohol direct aan op individuele koloniën. Herhaal elke paar dagen tot de plaag onder controle is.
- Olie- en zeepbehandelingen: Horticulturele olie of neem olie werkt verstikkend en beperkt herbesmetting. Gebruik volgens de handleiding en vermijd intens zonlicht of kou direct na behandeling.
- Natuurlijke vijanden: Overweeg introductie van natuurlijke vijanden zoals Cryptolaemus montrouzieri (mealybug destroyer) of andere predatoren; realiseer dat effectiviteit afhankelijk is van seizoen en beschikbaarheid.
- Aantrekkende bestrijders van mieren: Verlaag honingdauw door ant bestrijding; gebruik barrières rond stam of paden en het plaatsen van lokstoffen waar mogelijk, maar vermijd het doden van nuttige insecten in de omgeving.
- Preventie en onderhoud: Zorg voor gezonde groei door juiste watergift, drainage en beperkte stikstof, repareer beschadigde scheuten en sanitize snoeigereedschap om verspreiding te voorkomen.
Let op bij gebruik van chemische bestrijders: kies gericht en volg aanwijzingen, omdat sommige middelen nuttige insecten en bijen kunnen schaden; voorkeur gaat uit naar selectieve producten en korte blootstelling aan de omgeving.
Praktijkvoorbeelden en scenario's
Scenario A: Een kleine citroenboom in een pot binnenshuis heeft lichte wolluis aangroei. Acties: inspectie wekelijks, fysieke verwijdering, alcohol op individuele koloniën en mildere oliebehandeling. Scenario B: Een volwassen citroenboom in de tuin heeft een aanzienlijke mealybug populatie en mieren op citroenboom. Acties: snoeien van zwaar besmette takken, gecombineerde behandeling met olie, natuurlijke vijanden en antpreventie, en aandacht voor drainage.
Veelgemaakte fouten en tips
Veelgemaakte fouten zijn onder meer het afwachten tot de plaag ernstig wordt, te vertrouwen op chemische bestrijding zonder integrale aanpak, en het negeren van allerlei tekenen zoals honingdauw rond de stam. Voorkom dit door regelmatige inspectie, het combineren van methoden en het beperken van stikstofrijke bemesting. Een gezonde boom geeft betere opbrengst en minder risico op plagen.
Een gezonde citroenboom blijft een mooie combinatie van sier en opbrengst, mits je tijdig ingrijpt en aandacht besteedt aan onderhoud en preventie.