Dans la serre : soins des plantes, maladies et contrôle pour une serre saine

Dans ce guide, vous apprendrez à reconnaître les maladies et les nuisibles dans la serre, pourquoi ils apparaissent et comment les combattre efficacement, grâce à des conseils pratiques pour la ventilation, l’arrosage et l’entretien.

Waarom een serre kwetsbaar is voor ziekten en plagen

De serre biedt een gecontroleerde omgeving waar planten snel groeien, maar diezelfde omstandigheden kunnen ziektekiemen en plagen ook een snelle kans geven. Hoge vochtigheid, beperkte ventilatie en continu licht dragen bij aan schimmels zoals botrytis en meeldauw, evenals bodempathogenen zoals Phytophthora en Pythium. Een kleine fout in drainage of een plotse temperatuurschommeling kan leiden tot stress bij planten, waardoor ze vatbaarder worden voor infecties. Door preventieve maatregelen en tijdig ingrijpen kun je deze problemen beperken en de gezondheid van je serre en gewassen verbeteren.

Veelvoorkomende ziekten in de serre

  • Botrytis cinerea (grijze schimmel): ziet symptomen op bloemknoppen, bladeren en stengels bij vochtige omstandigheden; vaak zichtbaar als grijze wollige schimmel op dode weefsels.
  • Phytophthora en Pythium: wortel- en stengelrot door natte, slecht doorlatende grond; verwelking en wortels met donkere verkleuring.
  • Powdery mildew (meeldauw): witte poederachtige vlekken op bladeren en bloemstelen; verzwakt plantencapaciteit.
  • Downy mildew: meeldauw aan de onderkant van bladeren bij hoge luchtvochtigheid; vaak voorkomend bij komkommers en sla.
  • Wortel- en stengelproblemen bij tomaten en paprika's door vochtstress en verontreinigde media.

Veelvoorkomende plagen in de serre

  • Bladluizen (aphids): zuigen sap uit jonge scheuten; veroorzaakt vervorming en verzwakking.
  • Witte vliegen (whiteflies): plakken zich op de onderkant van bladeren; dragen virussen; bestrijd ze met monitoren en biologische opties.
  • Spintmijten: leiden tot vergeling en netachtige webben; gedijen bij droge lucht en hoge temperatuur.
  • Thrips: beschadigen cellen aan de blad- en bloemkant en kunnen bloemknoppen laten mislukken.

Belangrijke teeltomstandigheden in de serre

  • Temperatuur en licht: houd dagtemperaturen tussen 18 en 24 C voor veel tropische en warmteminnende gewassen; nacht tot 14-18 C; gebruik zonwering bij fel zonlicht.
  • Vocht en ventilatie: streef naar 40-70% relatieve vochtigheid afhankelijk van gewas; zorg voor luchtcirculatie met ventilatieopeningen en fans; minimaliseer condensatie.
  • Drainage en media: gebruik doorlatende substraten en potten met goede drainage; laat het oppervlak niet voortdurend nat staan.
  • Watergift: geef water bij voorkeur in de ochtend; doe dit via druppelirrigatie of een onderliggende bak om wateroverlast te voorkomen.
  • Hygiëne: verwijder zieke planten en resten; desinfecteer gereedschap en potten; gebruik schone potgrond bij verplanting.

Preventie en onderhoud

Een goed preventieplan combineert regelmatige inspectie, schone materialen en gecontroleerde omgevingsomstandigheden. Controleer dagelijks op tekenen van bladverkleuring, vlekken en schimmelgroei; monitor plagen met gele plakvallen en inspecteer onder bladeren. Houd een log bij met temperatuur, vochtigheid en irrigatie zodat patronen zichtbaar worden en de juiste aanpak kan worden gekozen.

Behandeling en aanpak bij aantasting

  • Diagnose: identificeer de ziekte of plaag aan de hand van kenmerken; vergelijk met betrouwbare bronnen of neem contact op met een lokale kweker.
  • Directe stappen: verwijder aangetaste delen en voorkom vochtophoping; steriliseer of vervang besmette substraten.
  • Beslissingskader: start met biologische bestrijding waar mogelijk; gebruik chemische middelen alleen indien nodig en volgens label voor selectieve opties.
  • Richtlijnen: werk volgens rotaties en vermijd overdracht via gereedschappen; plan opvolging en controle.

Voorbeelden per gewas: wat werkt in de serre

Tomaten, komkommers en paprika's profiteren van een stabiele omgeving en regelmatige inspectie. Voor tomaten helpt het om de luchtstroom rond het bladwerk te optimaliseren en wekelijks het bladoppervlak te controleren op meeldauw. Komkommers gedijen bij hogere luchtvochtigheid maar zijn extra gevoelig voor botrytis; gebruik ventilatie en houd de bladeren droog. Paprika's zijn vaak gevoelig voor Phytophthora bij natte voeten; zorg voor drainage en pas irrigatie aan op het gewas.

Monitoring en tools

Maak gebruik van visuele inspectie en omgevingssensoren: houd temperatuur en relatieve vochtigheid in de gaten en stel alarmen in bij afwijkingen. Beweeg de lucht over planten met een ventilator om stilstaand vocht te voorkomen en gebruik gele plakvallen om vliegen en luizen te detecteren. Werk waar mogelijk met biologische bestrijding en beperk chemische middelen tot specifieke situaties.

Blijf altijd monitoren en pas je aanpak aan op basis van wat jij in jouw serre observeert.